Voorjaarskriebels

 

Geeuwend sta ik op en trek de gordijnen open

Het vroege daglicht staart mij aan.

De kat van de buren die voorbij komt lopen

en vogels die ik van tak tot tak zie gaan.

Ook hoor ik dan de kerkklok luiden,

ik tel de slagen, het zijn er acht.

Een en ander zal beduiden

dat  het gedaan is met de nacht.

Spreeuwen  zitten druk te kwetteren,

duiven vliegen heen en weer.

In een plas is een mus aan ’t spetteren

en de eenden gaan te keer.

Een koolmees zoekt alweer een nestje

en de kraaien hebben het druk.

De een die pikt van ’t gras een restje

en anderen soms een hele pluk.

Kijk die dieren toch eens zwoegen,

al hun nesten moeten klaar.

Ik constateer met veel genoegen

het is lente, het is voorjaar.

 

Cees Veenstra.